5 februari 2020 | Opleidingen moeten studenten beter voorlichten over de gevaren van ADHD-medicatie die wordt gebruikt om de studieprestaties te verbeteren. Hiervoor waarschuwen onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam.
Door de toegenomen prestatiedruk in het hoger onderwijs nemen steeds meer studenten ADHD-medicatie. Ook studenten die niet gediagnostiseerd zijn met ADHD gebruiken medicijnen die ze ofwel voorgeschreven krijgen van bijvoorbeeld hun huisarts, of kopen op de zwarte markt.
Opleidingen in het hoger onderwijs moeten studenten beter voorlichten over de mogelijke gevaren. Zo kan het medicijngebruik hartklachten veroorzaken, alcoholmisbruik in de hand werken, en kunnen studenten er afhankelijk van worden. Ook zouden opleidingen volgens de onderzoekers meer aandacht moeten besteden aan timemanagement.
Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam hebben onderzoek gedaan naar het gebruik van ADHD-medicatie onder studenten. Een groeiend aantal studenten in het hoger onderwijs misbruikt methylfenidaat ter verbetering van academische prestaties, zonder medische indicatie. Methylfenidaat is nauw verwant aan amfetamine, en is de werkzame stof in veel ADHD-medicatie (waaronder Ritalin, Medikinet, Concerta).
Toegenomen prestatiedruk
Mogelijke oorzaken voor de stijging van het gebruik bij studenten zijn de toegenomen prestatiedruk, het grotere aantal afleidingen door bijvoorbeeld social media, medicalisering van ADHD en een veranderde houding ten opzichte van middelengebruik. “Je bent als individu eindverantwoordelijk voor je eigen toekomst en zal er in deze maatschappij dan ook alles aan doen om te slagen. Ik denk dat jongeren daarom eerder naar die medicatie grijpen”, zo zegt een studentenpsycholoog in het onderzoek.
Studentenpsychologen en studentenartsen zien dat steeds meer studenten gebruik maken van ADHD-medicatie. Psychiaters mogen medicatie voorschrijven en huisartsen mogen na de diagnosestelling vervolgrecepten uitschrijven. In de praktijk blijken artsen vaak van deze richtlijn af te wijken. Sommige huisartsen schrijven medicatie voor zonder diagnose en zonder de voorafgaande stap van gedragstherapie. Over het algemeen lijkt gemakzucht te domineren. De professionals lijken snel te kiezen voor een pil alvorens te kijken naar de klachten.
Verslavende werking
Er is geen algemeen aanvaardbare psychologische of neurofysiologische test waarmee de diagnose ADHD eenduidig is te stellen. Dat betekent dat het middel geregeld wordt voorgeschreven om ‘uit te proberen’. Als de gebruiker dan het idee heeft dat het helpt, wil deze er niet makkelijk weer vanaf. In de praktijk betekent dit dat er een grote kans bestaat op oneigenlijk gebruik van medicatie.
ADHD-medicatie is niet ongevaarlijk: het kent een aantal acute en chronische bijwerkingen. Acute slapeloosheid, verlies van eetlust en emotionele labiliteit zijn bekende klachten. Ook zijn er aanwijzingen dat ADHD-medicatie bij volwassenen hartklachten en psychiatrische bijwerkingen kan geven. Misbruikers van stimulerende middelen als ADHD-medicatie vertonen tevens vaker ander risicovol gedrag, waaronder zwaar alcoholgebruik.
Voor het onderzoek is er gebruikgemaakt van semigestructureerde interviews. In totaal zijn er één onderzoeker, drie huisartsen, drie psychiaters en twee studentenpsychologen geïnterviewd. Alle geïnterviewde professionals werkten in Amsterdam.
Verschillende gevoelens over medicatie
ADHD wordt door een van de professionals beschreven als een probleem met drie functies, waarbij het individu moeite heeft met: focus, aandacht vasthouden en inplannen van taken. Studenten met ADHD doen vaak langer over hun studie, werken niet efficiënt en moeten onevenredig veel energie en tijd investeren in hun studie. Dit kan grote consequenties hebben voor hun levensloop.
Een psychiater in het onderzoek zegt in een interview: “ADHD is een zware stoornis of ziekte, het kan je hele leven ruïneren… Je hebt vier keer zoveel kans dat je van school wordt afgetrapt door onderpresteren. Ook relaties mislukken, ADHD’ers vergeten te veel, waardoor de ander uitgeput raakt.”
De gevoelens over de medicatie variëren onder de professionals. “Studenten met ADHD hebben ook positieve kanten die kunnen verdwijnen door medicatie, zo zegt een studentenpsycholoog. Zeven van de acht professionals adviseren ook andere opties te onderzoeken. “Ik ben niet per se tegen medicatie, maar ik ben er voor als al het andere niet helpt’ … ‘ADHD heeft ook leuke kanten … En dat zijn ze dan kwijt, dat impulsieve … Dat levendige, wat maakt dat ze leuk zijn in groepen …”
Studenten staan meer onder druk
ADHD wordt door zeven van de acht professionals gezien als moderne ziekte, waarbij de maatschappij, en haar ‘sportificering’ een belangrijke rol speelt. Er gaan vanuit de wetenschapsfilosofie en medische ethiek stemmen op die zich hardop afvragen of de diagnose ADHD niet te gemakkelijk gesteld wordt. De onderzoekers werken in dit kader met de inzichten van filosoof René Gude die stelde dat in de huidige samenleving alles wordt gemeten, gekwantificeerd en gerankt. Door de huidige vorm van het onderwijs staan studenten meer onder druk, bijvoorbeeld door het leenstelsel.
Daarnaast worden jongeren in deze samenleving meer blootgesteld aan prikkels. “In deze tijdgeest is er sprake van overprikkeling en van heel veel complexe multitasking. Als je dan in aanleg meer moeite hebt met concentreren en met focussen en met plannen en organiseren van gedrag loop je in deze tijdgeest vast. Vroeger waren er minder afleiding en minder prikkels, waardoor het een stuk makkelijker was om je taken te doen.”
Een levendige handel in medicatie
Drie van de acht professionals vinden dat eerst cognitieve gedragstherapie (CGT) moet worden ingezet, conform de richtlijn, voordat met medicatie wordt gestart. Andere mogelijke therapieën, zoals mindfulness, coaching, verbeterde leefstijl worden door zeven van de acht professionals als waardevol gezien. “Ik zou zeggen, ik zou ze liever andere manieren aanreiken om hun concentratie te verbeteren … om goed te kunnen studeren moet je eigenlijk een gezond leven leiden”, zegt een studentenpsycholoog.
“De vraag is nog maar of het altijd met medicamenten behandeld moet worden, ADHD is niet altijd een aandoening in je hoofd, het is iets waarmee je moet leren omgaan,” zegt een huisarts in het onderzoek. Een belangrijke connotatie hierbij is dat er in sommige steden aanzienlijke wachtlijsten zijn voor cognitieve gedragstherapie.
De professionals zeggen ook in het onderzoek dat zij in hun praktijk door studerende ADHD’ers geïnformeerd worden over het veelvuldige misbruik van medicatie onder studenten die geen ADHD-diagnose hebben. De professionals vermoeden dat er een levendige handel is in medicatie, mede door het beperkte gebruik door de gediagnosticeerde jongeren zelf.
“Nou, het is overal verkrijgbaar. Via mensen die het voorgeschreven krijgen, je kan het via internet bestellen, er is gewoon een zwarte markt voor. Soms was ik weleens bang dat studenten er zelf in handelden”, zegt een psychiater. Dat er misbruik bestaat is volgens de geïnterviewde professionals ook niet verwonderlijk. Ze zien het misbruik als een logisch gevolg van de verwachting die de maatschappij van jongeren heeft. Ze vragen zich tevens af wat de gevolgen op de lange termijn zijn van het verhogen van de prestatienorm.
Het is de schuld van de overheid
“De overheid wil dat iedereen het maximale uit zichzelf haalt, het is dan ook niet vreemd dat jongeren vervolgens naar Ritalin grijpen. Dat verwijt ik de overheid. Wat zij doen, leidt tot medicalisering, het is niet voor niks dat er in Amerika zoveel medicijnen gebruikt worden. Heel het systeem ademt die eigen verantwoordelijkheid en ondernemerschap uit,” volgens een psychiater. “Het is een soort doping binnen de sport, binnen het studeren,” zegt een andere psychiater.
Vier van de acht professionals zien ADHD-medicatie als een uitkomst voor gediagnosticeerde ADHD’ers, zowel op sociaal als academisch vlak. “Ik heb studenten die aangeven dat ze de hele dag studeren en helemaal niet meer toekomen aan een sociaal studentenleven, waarvoor Ritalin echt een uitkomst biedt”, aldus een psychiater.
De professionals verschillen van mening over de vraag of het middel voor iedereen concentratieproblemen vermindert of alleen voor ADHD’ers. Wat betreft de mate van de werkzaamheid van het medicijn: alle professionals zijn van mening dat de medicatie niet zo effectief is als gedacht en een bepaalde mate van placebowerking heeft.
Maar er is wel overeenstemming over de impact van het gebruik van medicatie. “Vijf van de acht professionals benadrukken dat de impact van een juist gestelde diagnose ADHD op de levensloop groot is. (Vroeg) diagnosticeren kan bij ernstige symptomen voordelig uitpakken. Anderzijds kan het een levenslang stempel zijn waarnaar men zich (ook) vormt. Wat betreft medicatie: ADHD heeft ook positieve kenmerken die hierdoor kunnen verdwijnen of worden afgevlakt. Het is daarom beter ook andere opties te onderzoeken.”
De professionals horen van medicatiemisbruik van ADHD’ers in hun praktijk. Zo zijn er professionals uit het onderzoek die niet willen meewerken aan misbruik vanwege langetermijneffecten, zowel lichamelijk als het nog verder verhogen van de prestatienormen. Er heerst ook onenigheid over de werkzaamheid van medicatie als breindoping voor studenten zonder ADHD. Wel erkennen sommige professionals dat er een zeker placebo-effect optreedt.
Opleidingen moeten beter voorlichten
Aan het slot komen de Amsterdamse onderzoekers ook met voorstellen om beter om te gaan met misbruik van ADHD-medicatie. Het nauwkeuriger monitoren van ADHD-patiënten en hun medicatie zou bijvoorbeeld kunnen helpen om toename van het misbruik in de toekomst te voorkomen. Het klakkeloos opvolgen van herhaalrecepten wordt ook afgeraden door de professionals. Tevens zou men jaarlijks moeten herevalueren of de medicatie nog werkt, c.q. een stoppoging moeten uitproberen, zoals de medische richtlijnen adviseren
De professionals opperen een aantal alternatieven voor misbruik van medicatie bij aandachtsproblemen, namelijk meer aandacht besteden aan leefstijlverbetering, effectievere studiemethoden, stressmanagement, onder andere mindfulness, betere informatievoorziening over de risico’s van ADHD-medicatie. Ook de opleidingen zouden meer aandacht aan deze alternatieven kunnen besteden bijvoorbeeld in de vorm van voorlichting.