Hogescholen zoeken naar een alternatief voor het bsa. Inholland twijfelt nog aan de effectiviteit van een dergelijke maatregel.
Onder de titel ‘Geen pils, maar Prozac’ organiseerde het ISO samen met de Balie een debat over stress onder studenten. Politici, bestuurders, onderzoekers en studenten gingen met elkaar in gesprek over hoe de toegenomen stress onder studenten verlicht kan worden. Twee belangrijke onderwerpen die daarbij aan de orde kwamen waren het leenstelsel en het bindend studieadvies, waar een aantal hogescholen mee wil stoppen. Maar ook de taal is belangrijk. Trudy Dehue, emeritus hoogleraar Wetenschapstheorie en -geschiedenis stoort zich vooral aan het feit dat studenten als lui worden afgeschilderd en dat de oudere generatie vaak nog over hun studietijd spreekt in termen van lang leve de vrijheid. “Wij moeten stoppen met verhalen zoals die van Jan Paternotte (D66): ‘ik heb nog zoveel jaar over mijn studie gedaan, hahaha.’ Koester die tijden!”
Onderzoeker van Windesheim Hogeschool Jolien Dopmeijer, die al een aantal jaar onderzoek doet naar stress onder studenten, mocht de laatste stand van zaken uitleggen rondom stress bij studenten. “Het is een onderzoek dat wij inmiddels 6 keer hebben gedaan de afgelopen 6 jaar. Ik kan dus over heel veel jaar iets zeggen. Eigenlijk zien we al die jaren een onverminderd hoog percentage angst- en depressieklachten bij studenten en veel stress.”
Eenzaamheid is een groot probleem
De stress en druk neemt volgens Dopmijer ook alleen maar toe, laat nieuw onderzoek steeds weer zien. “De laatste jaren zijn we ook burn-out en prestatiedruk gaan meenemen in ons onderzoek. Maar ook eenzaamheid is een groot probleem onder studenten. Dat is onder andere door de Radboud Universiteit onderzocht. Het is eigenlijk een heel zorgelijk beeld van psychische klachten omdat de druk heel hoog is.”
De Zwolse onderzoeker ziet ook dat de opvattingen over stress en psychische klachten van studenten de laatste jaren aan het veranderen is. “Wat ik heb gemerkt is dat veel docenten, studieloopbaanbegeleiders en ook wel enkele bestuurders er heel erg open voor staan en ook gemotiveerd zijn om er iets aan te doen.”
Maar het onderwerp wordt nog te vaak ontkend, zeker tot een paar jaar geleden. “Er werd ook veel gereageerd met opmerkingen: ‘het zijn hele luie studenten, die zijn gepamperd, ze moeten gewoon wat harder werken en vooral niet zo zeuren.’ Daar word ik altijd een beetje boos van. Ik vind het heel pijnlijk om deze groep zo af te schilderen.”
Die willen juist een stukje harder lopen
Naast onderzoeker is Dopmeijer ook docent en ziet zij juist een ander beeld van de zogenaamde luie student. Dat geldt zeker voor de studenten die te maken hebben met een moeilijke thuissituatie. “Ik heb studenten zelf al 11 jaar in mijn klas zitten. Een uitzondering daargelaten, zie ik over het algemeen heel gemotiveerde studenten. Dit geldt zeker voor studenten die het wat moeilijker hebben, is mijn ervaring. Die willen vaak een stukje harder lopen om het juist wel waar te maken.
Momenteel is Dopmeijer bezig met promotieonderzoek naar psychische klachten onder studenten. De voorzichtige conclusie is dat de studieomgeving een belangrijke rol speelt bij de kans op psychische klachten. “Het thuis voelen op een opleiding of binnen de hogeschool speelt een hele belangrijke rol bij of je wel of niet burn-out klachten ontwikkelt. Dit zijn heel belangrijke aanwijzingen waar we wat mee kunnen.”
Nina Ruijfrok die onderzoek deed naar stress onder studenten en medewerker is van het ISO, stelde dat het ministerie van OCW te afwachtend is op dit thema. “Er is nu een nulmeting die uitgevoerd zal worden door het RIVM. De resultaten daarvan komen eind 2020. De minister heeft onlangs aangegeven die resultaten af te willen wachten voordat zij iets gaat doen. Wij vragen ons af of dat verantwoord is met al deze berichten. Als je deze dingen ziet kun je dan nog afwachten?”
Onwijs shockerende cijfers
Ruijfrok noemt bijvoorbeeld de kans op suïcide onder studenten. “Dat is ruim 8%, dat houdt in dat mensen het overwegen of een poging hebben ondernomen. Dat zijn onwijs shockerende cijfers voor ons allemaal.”
Ook heeft het ISO berekend wat de kosten zullen zijn van uitval en studievertraging als er niets wordt gedaan om de stress onder studenten te laten afnemen. “Als er niets gebeurt om deze stress voor studenten te verlichten, neemt de kans op een burn-out alleen maar toe. Stel in het aller slechtste geval de studenten die nu al veel klachten hebben en in een burn-out terecht komen. Dan kunnen de kosten voor uitval en studievertraging voor de instellingen oplopen tot €531 miljoen. Ik denk dat we dit financieel absoluut niet moeten willen, maar vooral ook niet voor onze studenten.”
Daarom is het advies van het ISO aan studenten om de verwachtingen naar beneden bij te stellen. “Wees realistisch, pas je verwachtingen aan. Natuurlijk willen we allemaal het liefst super goede studenten zijn, maar soms kan het gewoon niet, soms is een 6 voldoende. We moeten weer meer een zesjescultuur krijgen. Een paar jaar geleden was er ineens het idee: ‘al die studenten zijn lui en ze halen alleen nog maar zesjes en dat moet hoger.’ Ik denk dat we daar volledig in zijn doorgeslagen.”
Ook voor de onderwijsinstellingen ligt er een verantwoordelijkheid, zegt Ruijfrok. “Verwacht ook niet van iedere student dat die cum laude afstudeert. Ga gewoon weer terug naar de norm: een 6 is voldoende.”
Bij de Universiteit Utrecht zit er al een stop op
Daarnaast moet er meer hulp geboden worden, lange wachtlijsten bij studentpsychologen kunnen eigenlijk niet. “Er zijn heel veel mensen die nu hulp nodig hebben. Het aanbod studentenpsychologen is te laag: er zijn lange wachtlijsten. Ik weet dat er bij de Universiteit Utrecht al een stop op zit. Daar kun je gewoon niet meer naartoe.”
Ook hebben bestuurders in het hoger onderwijs volgens het ISO vaak niet door hoe nijpend de problemen zijn. “Wij zien heel vaak dat bestuurders het goed bedoelen, maar gewoon zo’n afstand hebben tot die student, en niet echt weten waar behoefte aan is. Natuurlijk verschilt dat en zijn er instellingen waar het wel heel goed gaat.”
Ik heb studenten nooit lui gevonden
Trudy Dehue, emeritus hoogleraar Wetenschapstheorie en -geschiedenis schreef de bestseller ‘De depressie-epidemie’ uit 2008. Ze vertelde in De Balie dat zij zich altijd gestoord heeft aan verhalen over de luie student. “Alles wat zojuist is gezegd is mij uit het hart gegrepen. Ik heb heel lang aan de universiteit gewerkt. Ik heb studenten nooit lui gevonden. Er zal er altijd wel één tussen zitten, maar als er wordt gezegd: ‘ze zijn zo lui en ze doen niks.’ Dat heb ik altijd onzin gevonden.”
Dehue zegt dat er daarom op een andere manier over studenten gesproken moet worden en hun problemen, als voorbeeld gebruikt zij de excellentietrajecten bij Honours Colleges. “Wij moeten anders over deze problemen praten. Een klein voorbeeld uit mijn eigen ervaring. In Groningen hebben wij een Honours College voor de allerbeste studenten. En wat deed de decaan, elke keer toespraken geven aan die studenten met de boodschap: ‘Jullie zijn de winnaars van de wereld! Jullie zijn toppers! Jullie gaan het helemaal maken!’ Ik zag die studenten erbij verschrompelen. Dit werkt averechts, geef studenten de ruimte om zich te ontwikkelen.”
Jan Paternotte, parlementariër voor D66 en 35 jaar oud, zei dat toen hij nog studeerde er allerminst sprake was van stress. “Dat was echt een andere tijd, ik begon met studeren in 2002 en toen was nog het gevoel: de grote vrijheid begint nu. En dat was ook echt wel zo. Je had eens in de vier maanden tentamens, maar het gevoel dat je tussendoor afgerekend werd had ik niet. Als je netto 15 uur per week aan je studie besteedde ging het ook wel. Dat kon en dat was genoeg als je een beetje je best deed. Dat was echt wel een andere tijd.”
Dat vind ik griezelig
Dehue stoort zich aan dit soort romantische verhalen dat er vroeger veel minder stress was onder studenten. “Ik ben altijd een beetje verschrikt van verhalen zoals die van Jan Paternotte: ‘In mijn tijd waren wij veel luier. Of ik heb zoveel jaar over mijn studie gedaan, hahaha.’ Dat vind ik griezelig, want je kan ook zeggen: ‘Ik heb de tijd gehad om mij heel goed te kunnen ontwikkelen en daarom ben ik die goede politicus geworden. Omdat ik heb geleerd om na te denken en om mijzelf te ontwikkelen, daar was ruimte voor.’ Daar moeten we echt goed over nadenken. Prijs het nou dat er tijden waren dat er meer vertrouwen was in studenten, zodat ze zich ook konden ontwikkelen.”
Huug de Deugd, Collegelid van hogeschool Inholland, vindt dat er vooral een taak ligt weggelegd voor de hogeschool. Die kan het onderwijs anders vormgeven, als het gaat om het terugdringen van stress. “Wij moeten nadenken over wat wij kunnen doen als bestuurders, als docenten en onze teams, maar ook samen met onze studenten. Om er voor te zorgen dat studenten succesvol kunnen zijn. Het gaat om de primaire opdracht en dat is goed onderwijs maken. Met goed onderwijs bedoel ik, dat je het zo inricht dat je hoge verwachtingen hebt van je studenten. Studenten vinden dat ook prettig, als je er maar duidelijk over bent. Maar daarnaast moet je studenten ook heel goed begeleiden.”
Maar De Deugd wijst er ook op dat het belangrijk is om de juiste taal te spreken, als je het bijvoorbeeld hebt over tweede kans-studenten. “Als wij over studenten praten die het eerste jaar niet halen en van een andere hogeschool komen en je zegt tegen hen: ‘jij bent een ‘tweedekanser’, die woorden hebben lading. Als je zegt dit zijn doorzetters, want ze proberen het nog een keer. Dan gebeurt er iets met die student. Wij zien trouwens bij onze hogeschool dat die studenten net zo succesvol zijn als studenten die voor het eerst starten met een opleiding.”
Die grens is best moeilijk
Op de vraag waar de verantwoordelijkheid begint en eindigt om de psychische druk bij studenten aan te pakken, zegt De Deugd dat dit een lastige vraag is. “Die grenzen zijn best ingewikkeld te trekken. Wij hebben in onze hogeschool een discussie of we nou wel of niet studentenpsychologen in dienst moeten nemen.”
Hoewel Inholland geen studentpsychologen in dienst heeft, houden die wel spreekuur op sommige locaties van Inholland. Volgens het CvB-lid probeert de hogeschool de zorg voor studenten zo in huis te halen. “We hebben soms ook psychologen in huis die spreekuur houden. Dan heb je ze misschien niet in dienst, maar de zorg zit wel heel dichtbij en die professionals kunnen weer sneller doorverwijzen. Wanneer het bijvoorbeeld gaat om zware psychische problematiek en dat komt ook echt voor.”
Paternotte schroomt tijdens het debat niet om de hand in eigen boezem te steken. Ook wat betreft het leenstelsel, hoewel hij betwijfelt dat dit de enige reden voor stress is bij studenten. “Het leenstelsel wordt natuurlijk altijd als eerste genoemd als oorzaak van stress. Ik denk dat het misschien een deel kan zijn van de oorzaak voor een bepaalde groep. Maar als je ouders heel makkelijk veel steun kunnen geven in financiële zin, dan kan ik me niet voorstellen dat dat dé reden is dat mensen teveel stress ervaren, maar het kan natuurlijk wel meespelen.”
De zekerheid is er niet meer
Maar volgens Paternotte speelt er meer. Zo is er geen garantie meer op een goede baan, het kopen van een eerste huis is veel moeilijker geworden. “Als je het idee hebt dat je straks toch wel een goede baan gaat krijgt en veel geld verdient, dan maakt het niet zo heel erg veel uit. Ik heb het idee dat het nu niet zo voelt, omdat de zekerheid er niet meer is. Heel veel mensen krijgen nu het gevoel dat als zij niet een technische opleiding hebben gevolgd, dat alles sowieso helemaal niet zo zeker meer is. Een huis vinden en kunnen kopen is in deze woningmarkt echt heel moeilijk.”
Maar het is niet alleen de politiek, ook hogescholen en universiteiten kunnen volgens de D66’er iets doen om de studiedruk en de stress te verlagen. “Toen ik studeerde bestond er niet zoiets als een bindend studieadvies. Toen ik voor het eerst erover las dacht ik, wat is precies een bindend advies ook alweer? Maar het is geen advies, je moet gewoon meteen weg.”
Jan Paternotte hoopt dat bij het onderzoek naar stress bij studenten ook het BSA wordt meegenomen. “Het BSA is best een groot probleem, ik kan het niet wetenschappelijk bewijzen, maar ik hoop wel dat de onderzoeken die de komende tijd worden gedaan ook dit soort vragen beantwoorden.”
BSA is goed over nagedacht
Huug de Deugd liet weten dat het bindend studieadvies een maatregel is om studenten te helpen. “Het BSA, daar is goed over nagedacht en had de positieve intentie om een prikkel neer te leggen bij studenten, om te kijken of die student de studie ook gaat halen.” Maar inmiddels is Inholland ook bezig om te kijken of dat anders kan, en niet alleen Inholland. “Wij zijn met pilots bezig om te kijken of wij het bindend studieadvies op een andere manier kunnen vormgeven. Bij Windesheim wordt daar ook over nagedacht en bij de Hogeschool Utrecht, daar willen zij dat BSA achterwege laten.”
Zelf is De Deugd daar niet meteen een voorstander van. “Ik moet zeggen dat ik dat zelf heel spannend vind en er niet echt een voorstander van ben, maar ik juich die experimenten wel toe. Vooral als de onderwijsteams zelfs de regie pakken op hoe zij daarmee omgaan.”
Jolien Dopmeijer van Windesheim denkt wel dat het een rol kan spelen bij de verhoogde druk op studenten. “Ik doe geen specifiek onderzoek naar BSA en ik ben ook geen expert. Ik wil daar ook heel voorzichtig in zijn. Wat ik wel heb aangegeven op mijn hogeschool is dat in mijn onderzoek veel studenten aangeven dat het BSA een enorme factor is die heel veel stress oproept. Dat het zeker een onderwerp van gesprek moet zijn. En bij ons is ook het voorstel gedaan om het misschien af te schaffen.”