De nieuwste studierendementscijfers van de HR (Hogeschool Rotterdam) bevestigen de stijgende lijn die vorig jaar is ingezet. Tegelijkertijd zijn de kale cijfers nog steeds om van te schrikken. Slechts 34 procent van de HR-studenten haalt na vijf jaar zijn diploma. Met name de prestaties van jongens met een migratieachtergrond blijven achter.
Het bachelorrendement op de HR lijkt de weg omhoog te hebben gevonden. Het aantal studenten dat in 1 jaar zijn p haalt, is voor de tweede keer op rij gestegen en voor het eerst sinds 2005 hebben ook meer studenten na 5 jaar een diploma behaald. Dat blijkt uit het rapport Trendonderzoek studiesucces 2017 dat in januari verscheen.
P in 1 jaar: van 27 naar 33,5 procent
De lichtingen van 2015 en 2016 vormden het keerpunt. 1 op de 3 studenten die in 2016 begon, haalde zijn p in 1 jaar, om precies te zijn 33,5 procent. Tussen 2005 en 2014 kwam dit percentage nooit boven de 27 procent, dus het is een belangrijke stijging.
Het hoogste rendement in jaar 1 werd in 2016 geboekt bij social work (57,6%). Het jaar ervoor waren het vooral de onderwijsvernieuwingen bij COM (commercieel management) en verpleegkunde die zorgden voor de verbeteringen in jaar 1. Bij COM werd een 60 punten-bsa ingevoerd en verpleegkunde koos voor een nieuw curriculum om studenten sneller door hun p-fase te loodsen.
Totaal p-rendement niet omhoog
Er is iets bijzonders aan de hand met het p-rendement. Hoewel meer studenten hun p in 1 jaar halen, is het totale p-rendement na 2 studiejaren gelijk gebleven, namelijk 51,5 procent. ‘De onderwijsvernieuwingen hebben dus geleid tot een versnelling van het studietempo, maar niet tot vermindering van de uitval’, schrijft onderzoeker Maaike Bajwa. Ook is het rendement bij COM en Gezondheidszorg in 2016 toch weer gedaald, vooral bij Gezondheidszorg (van 43% naar 36%).
Meiden van mbo met een niet-westerse migratieachtergrond zijn bezig aan een inhaalrace.
Goed nieuws is dat de verbeteringen in jaar 1 bij bijna alle groepen HR-studenten zijn waar te nemen. Het rendement stijgt bij mbo’ers nog iets sterker dan bij havisten en bij studenten met een niet-westerse migratieachtergrond sterker dan bij studenten met Nederlandse roots. De enige groep waarbij de resultaten licht daalden – van 51 naar 50 procent – waren Nederlandse meiden van de havo. Maar zij zijn na de vwo’ers wel de best presterende groep studenten.
Gaat het om het p-rendement na 2 jaar, dan zien we niet dat alle groepen erop vooruitgaan. Positieve uitzondering hierop zijn de meiden van het mbo met een niet-westerse achtergrond. Zij lijken bezig met een inhaalrace. 19 procent haalde in 2015 haar p in jaar 1 tegenover 10 procent het jaar ervoor en na 2 jaar had 37 procent haar p. Dat was 6 procent meer dan het jaar ervoor.
Meer diploma’s
Naast de betere prestaties in het eerste jaar van de p halen ook meer studenten hun diploma. Voor het eerst sinds 2005 is het 5-jaarsrendement omhooggegaan. 1 op de 3 HR-studenten (34,1%) heeft na vijf jaar zijn diploma bij de opleiding waar hij is gestart. Bij de WdKA is het rendement het hoogst (57,1%).
Ondanks de stijgende lijn is het hogeschoolbrede rendementscijfer wel omgeven met zorgen, want alleen de havisten en studenten met een westerse migratieachtergrond doen het beter. De mbo’ers die altijd een hoger diplomarendement hadden dan havisten, hebben die positie verloren. Hun rendement is nu 32 procent tegenover de 33 procent van de havisten.
Allochtone jongens raken verder achterop
Maar de grootste zorg ligt bij de jongens met een niet-westerse migratieachtergrond. Een groot deel van hen raakt steeds verder achterop. Minder dan 1 op de 3 heeft na 8 jaar een diploma bij de opleiding waar hij is gestart, terwijl dat hogeschoolbreed bijna de helft is. Van de lichting mannelijke, allochtone havisten uit 2012 had maar 15 procent een diploma na 5 jaar. Vergelijk dat met Nederlandse meiden van de havo van wie 50 procent na vijf jaar de hogeschool verlaat met een diploma.
In het Trendonderzoek studiesucces gaat het vooral om cijfers. Het geeft geen antwoord op de grote vragen die de percentages oproepen: Hoe komt het dat jongens het slechter doen dan meiden? En waarom raakt zo’n groot deel van de jongens met een niet-westerse achtergrond achterop? Deze urgente vragen smeken om een vervolgonderzoek.
Tekst: Esmé van der Molen